Ode aan de jongeheer P.

door | vrijdag 26 november 2021 | 0 Reacties

Ik zit op mijn knieën en kijk het monster recht in het ene oog. De eenogige slang, zich geheel bewust van mijn aanwezigheid, richt zijn kopje op. Het is een kleine beweging, maar omdat ik zo laag zit, zie ik ieder kloppen van de aderen en iedere beweging, hoe klein ook. Het rimpelige wurmpje knikt me uitnodigend en bemoedigend toe.

Geduldig bestudeer ik de sergeant-majoor. Zijn gastheer lijkt echter juist ongeduldiger te worden. De majoor lijkt op te zwellen en gaat steeds rechter staan, zijn glanzende helm duwt tegen mijn wang.

Ik begrijp de hint en pak de tampeloeres in mijn rechterhand: het eens rimpelige wurmpje groeit uit tot de grootte van het onderarmpje van een klein kind. Een witte druppel lekt als een traan uit het oog. Ik kijk hoe de druppel als vertraagd op mijn andere hand valt. In mijn wens de gastheer een goede tijd te bezorgen, lik ik eerst de druppel van mijn hand, stop de halfstijve snikkel in mijn mond, klem mijn lippen om de leuter en zuig en sabbel en lik.

De gastheer legt zijn rechterhand op mijn hoofd en geeft het tempo aan. Gezien het feit dat hij niet op zijn horloge kijkt, doe ik vast iets goed. Als een biljartkeu gaat de piemel in mijn mond heen en weer. Mijn lippen schuiven over het vleeskleurige zwaard. Maar dan lijkt het alsof een vulkaan uitbarst, gevolgd door een enorme tsunami. Alleen is deze tsunami niet vloeibaar, maar brokkelig en plakkerig.

Het plakt aan de achterkant van mijn keel en aan mijn verhemelte en zit niet alleen in mijn mond, maar op mijn wang, mijn borsten en in mijn haar, omdat de uitbarsting zo heftig was, dat ik geen mogelijkheid zag om de penis in mijn hand te houden. Aansluitend krimpt het stevige stuk tuinslang tot een zielig gerimpeld slurfje en laat zijn kopje enigszins vermoeid hangen.

0 reacties

Een reactie versturen

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Meer lezen?